top of page

DE ONTWERPENREGELS, 2001 VOORLOPIG
14. Vertegenwoordiging. -
(1) De vier exemplaren van het ontwerp vereist door regel 11 moeten exact gelijkaardige tekeningen, foto's, overtrektekeningen of andere afbeeldingen van het ontwerp zijn of zullen exemplaren van het ontwerp zijn.
(2) Wanneer een model op een set moet worden toegepast, moet elke afbeelding die de aanvraag vergezelt, alle verschillende opstellingen tonen waarin wordt voorgesteld om het model op de voorwerpen in de set toe te passen.
(3) Elke afbeelding van het model, of deze nu op een enkel artikel of op een set moet worden aangebracht, moet op duurzaam papier van A4-formaat (en niet op karton) zijn en mag slechts op één zijde van het papier voorkomen. De figuur of figuren worden rechtop op het blad geplaatst. Wanneer er meer dan één figuren worden getoond, moeten deze, waar mogelijk, op één en hetzelfde blad staan en elk worden aangeduid (bijv. perspectivisch aanzicht; vooraanzicht, zijaanzicht).
(4) Wanneer een ontwerp op een set moet worden toegepast, wordt elke twijfel of de gegeven artikelen al dan niet een set vormen, door de controleur bepaald.
(5) Indien de exemplaren naar het oordeel van de Verantwoordelijke niet geschikt zijn voor opname op kantoor, worden ze vervangen door afbeeldingen.
(6) Indien woorden, letters of cijfers niet tot de essentie van het model behoren, moeten ze van de afbeeldingen of modellen worden verwijderd; waar ze van de essentie van het ontwerp zijn, kan de verwerkingsverantwoordelijke eisen dat er een disclaimer wordt opgenomen van enig recht op exclusief gebruik ervan.
(7) Elke afbeelding van een model, dat bestaat uit een zich herhalend oppervlaktepatroon, moet het volledige patroon en een voldoende deel van de herhaling in lengte en breedte tonen, en mag niet kleiner zijn dan 5 bij 4 inch of 13,00 centimeter bij 10.00 centimeter.
(8) Indien de naam of afbeeldingen van levende personen op een model voorkomen, moet de voor de verwerking verantwoordelijke, indien hij dit verlangt, toestemming krijgen van die personen alvorens over te gaan tot inschrijving van het model. In het geval van een overleden persoon kan de verwerkingsverantwoordelijke de wettelijke vertegenwoordiger om toestemming vragen alvorens over te gaan tot de registratie van het model waarop de namen of afbeeldingen voorkomen.

bottom of page